Eenzaamheid, de ziekte van deze tijd
De afgelopen jaren is eenzaamheid zowel gemedicaliseerd als persoonlijk gemaakt. Zo kunnen alle politieke gezindten zich achter de strijd tegen sociaal isolement scharen. Maar de oorzaak blijft onbehandeld, constateert cultuurpsycholoog en publicist Jos van der Lans.
Eenzaamheid heeft zich het afgelopen decennium met stip gemeld als een maatschappelijk probleem van de eerste orde. Om daarvoor aandacht te vragen worden we – sinds 2019 – door de overheid jaarlijks geïnformeerd tijdens de Week tegen eenzaamheid, die in de eerste week van oktober plaats vindt.
Via paginagrote advertenties in de kranten, spotjes op de televisie, berichten in de sociale media, nieuwsbrieven en lokale kranten worden we allemaal in de gelegenheid gesteld om onszelf de vraag te stellen of we wat kunnen doen tegen eenzaamheid.
Het is welbeschouwd een ideaal probleem. Het is concreet en voorstelbaar. Het is ook niet echt niet oplosbaar, want er is niet iets ‘schuldig’. Inderdaad, het is een soort griepepidemie, je kunt erdoor getroffen worden, maar we kunnen er wel wat tegen doen. Het vraagt wat van burgers, het appelleert aan mededogen en medeleven en ‘kleine en betekenisvolle gebaren‘ kunnen de nodige persoonlijke en sociale ellende voorkomen.
Nu kun je zeggen: wat geeft het? Kan het kwaad? Waarom zouden we ons er druk over moeten maken? Nou misschien omdat deze wijze van duiden van maatschappelijk problemen niet op zichzelf staat, maar exemplarisch is voor de tendens om sociale en maatschappelijke problemen te depolitiseren en te reduceren tot een persoonlijk probleem, waarvoor zelfonderzoek en medeleven (het nieuwe charitas) op zijn plaats is, maar waar over de achterliggende oorzaken niet of nauwelijks meer gesproken wordt.
Lees meer in het essay Een ideaal probleem van Jos van der Lans,
Gepubliceerd in de Groene Amsterdammer, nr. 45/021